vullen of verpakken , noch ook zoogenaamde valsch» pakkingen maken, waardoor verstaan wordt dat de meekrap in alle gedeelten van het vat van gelijke kwaliteit moet zijn.

14. De meekrappen zullen moeten worden gevaat ïn fusten van een gevoegelijken inhoud , en wel, zoo veel mogelijk van niet minder dan 4oo en niet meerder dan 700 Nederlandsche (800 a ïioo Amsterdamsche) ponden bruto gewigt.

15. Tut deze vaten zal moeten worden gebruikt goed geschaafd en droog eiken hout, of zoo vele daarvan te bekomen zijn , iabaksduigen en bodems van Amerika ; en zal men zich niet mogen bedienen van geraagd wagenschot, greenen- of vuren hout, als hoogst schadelijk voor het behoud der meekrappen; en zal ook de dikte of' zwaarte van het te gebruiken hout niet mogen gebragt worden boven dc dikte ; en het ■gewoon gewigt van een vat, uit Amerikaanse lie duigen en bodems zamengesteld.

16. Alvorens de vaten te vullen , zullen dezelve door de beëedigde wegers , en op plaatsen , waar geene beëedigde wegers zijn, onder opzigt van den beëedigden kem-meester gewogen, en het gewigt van ieder vat, daaronder begrepen bodems, hoepen, binnenhoepen en spijkers, en alles wat daartoe behoort, zonder

A -i eenige