ga-ven te bestrijden tot welke hetzelve aangewezen is, en welker nuttigheid, door de ondervinding, hoe langer hoe meer is gebleken;

Zoo is het dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg van de Staten - Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze, dat de wet van 6 Januari i 81 6 ( staatsblad n°. 2), over de heffing eener belasting op runderen, paarden en schapen en over het gebruik der daarvan voortkomende gelden 7 in kracht blijven zal gedurende de jaren 1821 en volgende tot het jaar 1825 ingesloten.

Lasten en bevelen dat deze in het staatsblad zal worden geïnsereerd , en dat alle ministeriële departementen en autoriteiten, kollegien en ambtenaren aan de naauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Brussel den I2ien Juli des jaars 1821, het achtste Onzer regering.

(Geteelend) WILLEM.

Van wege den Koning, (Geteelend') J. G. de Meiï van Streefkerk,