Art. 6.

Voor het verifiëren en ijken dezer gewigten zal het dubbele van het ijkloon worden betaald, hetwelk bij Ons besluit van den i8^en December 1819 (staatsblad n°. 58) bepaald is.

Voor het verifiëren en ijken van een essai - gewigt, zal betaald worden dertig cents.

Art. 7.

De ijkers zullen niet vermogen te contracteren met wien zulks ook zoude mogen wezen, ever het ijkloon, bij het voorgaande artikel aan hen toegelegd.

Zij zullen alzoo niet vermogen het voorzeide loon, om eene of andere reden te verminderen of vermeerderen , op pene van daaraan schuldig bevonden wordeade , van hun ambt te worden ontzet; o'nverminderd, daartoe termen zijnde, de straffen bij het thans nog vigerend wetboek van strafregt op concussie vastgesteld.

Art. 8.

De ijkers zullen gehouden zijn, in de respective munthuizen, kantoren %an waarborg en beleenbanken , hunne examinatie en herijkingen in persoon te verrigten, na alvorens van het door hen te doen onderzoek, dc respective directie», bij tijds, eu wel