den genen, die de functie van kerkelijke besnijder binnen bet Koningrijk zal willen uitoefenen ; wordende insgelijks aan die Commissie het vermogen toegekend , om reeds verleende akten, intetrekken , wanneer het haar mogt blijken dat de kerkelijke besnijder door eene of andere omstandigheid de noodige bekwaamheid mist of verloren heeft, om die functie zonder gevaar te' kunnen uitoefenen; zullende de voormelde Commissie van allen, die door haar worden toegelaten, of hunne bevoegdheid ingetrokken, aan de IloolJ-Commissio tot de Zaken der Israëliten, aan Parnassijns, en ïan de Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt binnen het ressort, de noodige kennis doen dragen.

Art. 4.

Alvorens tot het examen te worden toegelaten, zullen de kandidaten aan de Commissie moeten aanbieden hunne geboorte-akte, mitsgaders een bewijsschrift van een erkenden en geadmitteerden kerkdijken besnijder , houdende , dat hij ten minste gedurende den tijd van één jaar, en niet minder dan achtmaal het doen van kerkelijke besnijdenissen heeft bij5ewoond , en blijken van kunde en bekwaamheid in dat vak aan den dag gelegd.

Art. 5.

JSehoudejis de nakoming van zoodanige veroi'dc-*