3°. De hoeveelheid en soort van wijn.

4Q. Den naam van den vervoerder eu opgave vati deszelfs voer- of vaartuig ; en

5°. De tijdsbepaling, gedurende welke de kwitantie van kracht zal zijn, tot den opslag van de daarin vermelde hoeveelheid wijn.

5. Aan de handelaars in het groot, mitsgaders aau de wijnkoopers , zal een doorloopend crediet voor den accijns van den ingevoerden wijn, onder behoorlijke borgtogt, ofwel, het genot van entrepot worden toegestaan.

Als handelaars in het groot of wijnkoopers zullen worden aangemerkt de genen , die als zoodanig zrjn gepatenteerd en zieli schriftelijk aan den ontvanger van den accijns over de plaats , waar hun bedrijf wordt uitgeoefend, hebben opgegeven.

Van de bergplaatsen en het doorloopend crediet.

6. De handelaars in het groot en wijnkoopers , welke een doorloopend crediet genieten , zullen ten kantore van denzelfden ontvanger schriftelijk moeten opgeven de gebouwen , pakhuizen, kelders , zolders of andere bergplaatsen , welke zij tot de uitoefening