/

dezelfde goederen le nemen, zal dat bijzonder stuk of die geldsomme, indien Lij overlijdt, zonder daarover te hebben beschikt, gerekend worden onder de gifte begrepen te zijn, en toebehooren aan den begiftigden of aan deszelfs afkomeliugen.

55. Geene giften van tegenwoordige en bepaaldelijk omschreven goederen, tusschen de echtgenooten bij huwelijks-contract gemaakt, worden geacht te zijn onderworpen aan de voorwaarde van overleving van den begiftigden, ten ware die voorwaarde uitdrukkelijk mogt zijn gemaakt.

54. Geene gifte van de geheele of gedeeltelijke nalatenschap des schenkers bij huwelijks-contract, hetzij door den eenen echtgenoot aan den ander, hetzij over en weder gemaakt, za! aan de kinderen, uit het huwelijk gesproten , kunnen overgaan, wanneer de begiftigde echtgenoot vóór den schenker mogt komen te overlijden.

VIERDE AFDEELING*

Van giften, welke aan de aanstaande echtgenooten , of aan kinderen uit hun huwelijk geboren, gedaan zijn.

55. Al de genen , die de vrije beschikking hun-