De aangifte, welke schriftelijk zal moeten geschieden door den brouwer of deszelfs procuratie-houder, zal behelzen:
1°. De plaats en dagteekening.
2°. Den naam en de firma van den aangever.
5°. De brouwerij, derzelver merk of andere kennelijke omschrijvingen.
4°. Het uur waarop het vuur onder den ketel ia dewelke men het water, noodig tot de brouwte, zal koken, zal worden aangestoken, deszelfs nummer, grootte of ruimte , en het uur dat men zal ophouden met het koken van water in denzelven.
5°. Het nummerende ruimte der roer- ofwerkkuip in dewelke men het gemalen mout of meelspecie , tot het brouwsel bestemd, zal bewerken.
6°. Het nummer en de ruimte van den ketel, of ketels, tot het afkoken der aftreksels van het beslag en bieren bestemd, het uur dat het ■vuur onder dezen zal worden aangestoken.
7°. Het uur dat men het gemalen mout of de meelspecie in de roer- of werkkuip zal beginnen te bewerken of beslaan.
8°. Het uur dat de werkzaamheden in de roer- of werkkuip zullen zijn afgeloopen.
90. Het al of niet bezigen van stuikmandcn in de roer- of werkkuip.