heffing met de eenparigheid in het fabriekwezen kunnen bevorderen.

45. Bij den aanslag der regten, door de azijnmakers der derde klasse verschuldigd, tot hetzelfde bedrag, als bij art. 5o is vastgesteld, zal aan hun telkens voor iedere vernieuwing op het gezamenlijk bedrag dier regten worden verleend eene korting van achttien per cent, ter vervanging van al zoodanig rabat op de ruimte hunner tweelings-kuipen of werken, als zij mogten vermeenen hun toe te komen, het zij ter zake van de inrigting hunner kuipen, of de wijze van bewerking der azijnen, het zij uit hoofde van intering, welke hunne fabrikagie mogt komen te lijden,

DERDE AFDEELING.

Algemeene bepalingen.

46. De accijns, welke in overeenstemming met art. 1 en 4 dezer wet, verschuldigd is, ten gevolge der aangifte in artikel i3, 5o, 4o en 42 voorgeschreven, zal slechts vorderbaar zijn naar gelang van derzelver bedrag en de bestemming der bieren en azijnen: een en ander op den voet der hierna volgende artikelen.

Dc aangifte van het stoken van vuur tot het heet-