gedebiteerd, en zal tevens in dit geval hun debet worden vergroot met den enkelen aceijns van het meerder bevondene.

Bij de bevinding echter van meerder zout, dan waarvoor zij zijn gedebiteerd, zal zoo wel op het ruw zout als op het geraffineerd zout een verschil van vijf per cent, en bij de bevinding van minder zout, een verschil van twee en een lialf per cent niet met eene boete worden gestraft, onverminderd de vermeerdering van het debet of de bijbetaling van den enkelen accijns als voren.

21. Aan de zoutzieders wordt vrij en onverlet gelaten om door schriftelijke opgaaf aan den ontvanger , derzelver debet te doen vermeerderen.

Wanneer de schriftelijke opgaaf geschiedt vóór dat de peiling begonnen is , zal die vermeerdering van het debet als wettigen inslag worden aangemerkt.

VIERDE AFDEELI NG.

Van de grossiers.

22. Dc grossiers in geraffineerd zout (dat zijn de zoodanige, welke zich daartoe bij den ontvanger hunner woonplaats schriftelijk hebben aangegeven, cn geerie zou!,ie Iers noch handelaars in het groot zijn), zullen voor den accijns van het bij hun inge-

A 6