en met gemeen overleg der Slaten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

eerste afdeeling.

Van het bedrag en de verschuldigdheid van den accijns.

Art. i. Van de tarwe, spelt en rogge, welke wordt gebroken of tot meel gemalen, zal de volgende accijns worden geheven.

Van ieder mud tarwe , één gulden en veertig cents, ongepelde spelt vijftig cents , en rogge veertig cents ; meerdere of mindere hoeveelheid naar evenredigheid.

De turksche tarwe en gepelde spelt, worden niet tarwe en de egyplische rogge met rogge gelijk gesteld.

Van tarwe met rogge, spelt of met andere granen vermengd, zal de accijns als van enkele tarwe, en van ongepelde spelt met rogge of met andere granen dan tarwe vermengd, zal de accijns als van enkele ongepelde spelt en eindelijk van rogge met andere granen dan met tarwe of spelt vermengd, zal de accijns als; van enkele rogge worden geheven.

2. Van dezen accijns is vrijgesteld de tarwe, spelt en rogge, welke gemalen zal worden: