der invoering dezer wet zullen bestaan , eri welke de branders of stokers te groot mögten vinden in evenredigheid der ruimte van de beslagkuipen» bij hun in gebruik, zullen voor den accijns niet hooger worden aangeslagen dan in evenredigheid van dat gedeelte , hetwelk met het getal en de ruimte der beslagkuipen kan geacht worden gelijk te staari.

Ten voorschreven einde zal door de administratie* op de aanvrage van den brander of stoker» op de binnenwanden van den bak, ter hoogte waarop de vloeistof zoude komen , indien al de kuipen gebruikt wierden, een teeken doen stellen, hetwelk dienen zal om aantewqzen het gedeelte van den bak waarvan gebruik zal gemaakt worden. De brander zal den tak niet hooger dan tot dit teeken mogen vullen» en alle overtreding te dien opzigte zal met eene boete van vier honderd guldens gestraft worden.

Geene verkleining van dien aard, zal verzocht noch toegestaan kunnen worden voor gistbakken of gist— tobben, na het in werking brengen der tcgenwoor-" dige wet opgerigt.

Om, ten nadeele van andere branders , niet te bevoordeelen zoodanige branders, welke losse gistkuipen gebruiken. en alzoo van dezelve niet meer beïioeven aantegeven, dan naar gelang van hunne behoeften, en van het getal hunner in werking zijnde beslagkuipen vereischt wordt, zal het den branders* ■welke vaste gistbakken bezigen , waarvan de ruimte