Kelders of audere bergplaatsen zal op de publiek# ttraten moeten zijn. Het verbod hiervoren vermeld, zal niet toepasselijk zijn , ingeval eenig pakhuis , kelder Of andere bergplaats van een stoker, brander of handelaar in bet groot, bij de invoering dezer wet, tegen de voornoemde bepaling, gemeenschap had met eenig woon- of pakhuis, kelder of bergplaats tot andere einden dienende, mits men zich onderwerpe aan de volgende bepalingen: i°. Dat het woon- of pakhuis met eene stokerij, branderij of met zoodanige bergplaats gemeenschap hebbende, evenzeer aan peil en visitatie onderhevig zal zijn als die bergplaats zelve. 2 '. Dat bij deze peil en visitatie , het binnenlandse*» gedisteieerd . hetwelk men voor eigen eonsumtie mogt hebben, en hetwelk zich nimmer jn dezelfde kelder, pakhuis of andere bergplaats met het onveraccijnsde zal mogen bevinden, door duplikaat-kvritantien van betaalden accijns zal moeten , en nimmer door consent-biljetten zal kunnen , worden gedekt, 5°. Dat, geen inslag van binnenlandsch gedisteieerd in zoodanig woon- of pakhuis, kelder of bergplaats, onvoorzien van eene kwitantie van betaalden accijns, vermag te geschieden, en ook geen binnenlandsch gedisteieerd hoegenaamd uit hetzelve zal mogen worden uitgeslagen, clan, op nieuw voorzien van de*

P $