s5i. De dagvaardingen en verdere regteiïijke exploiten , voortspruitende uit aanhalingen of bekeuringen tegen onbekenden, behooren beleekend te worden ten raadbuize of bij den voorzitter van het bestuur der gemeente, waarin de aanhaling of bekeuring geschied is; en zullen alsdan die dagvaardingen en exploiten, hoezeer niet inhoudende den naam noch de woonplaats van den gednagden , in regten even geldig zijn als of zij aan den gedaagden zei ven in persoon en in gewonen vorm waren beteekend, te dien effecte , dat daarop defaut verleend en verder voortgeprocecleerd zal kunnen worden , in gelijker voege als wanneer de bekeurden of gedaagden waren bekend geweest. De termijn van genoemde dagvaardigen zal, overeenkomstig het gewone regt, worden berekend naar gelang van den afstand der pemeente, waarin dezelve geschieden#

Dien onverminderd zal, van wege de administratie en door zoodanige bedienden , welke geregtigd zija tot het doen van exploiten , een afschrift van de dagvaarding tegen zulke onbekenden , dooi' aanplakking in de gemeente, worden bekendgemaakt, en wel ten zelfden dage , waarop die dagvaarding beteekend is.

De gewone significatie van het voiinis zal worden vervangen door aanplakking van hetzelve, op den \oet hiervoren bepaald. En zal de termijn van oppositie of appel gerekend worden te 'begiunen Van den dag dier aanplakking»