«laan, zullen niet in aanmerking komen , even weinig als de voorgewende vernietiging of Let in hel ongereede raken der bewijzen van betaling.

Het vermissen, verongelukken, verbranden, ontvreemden, of op eenige andere wgze te loor gaan van goederen , voor welke de accijns wel verschuldigd, doch niet is betaald, zal van de betaling niet bevrijden , ten zij zulks door de wet speciaal mogt zijn bepaald, of door Ons, in zeer bijzondere gevallen, mogt worden toegestaan.

283. Met den genen, aan wien crediet van accijns is toegestaan, zal ten kantore van den ontvanger, alwaar borgtogt gesteld is, eene rekening wegens in- en uitslag worden geopend, hetzij voor elke partij , hetzij in het algemeen voor zijne rekening van een gansch jaar, nadat hij zich schriftelijk verbonden heeft tot de voldoening van den accijns van de goederen, welke op zijne rekening worden overgebragt.

284. Wanneer de van crediet op termijnen genot hebbende personen eenige der goederen, voor welker accijns zij zijn gedebiteerd, aan anderen, welke toegelaten kunnen worden om crediet omtrent die zelfde goederen te genieten, willen afleveren, met overdragt van den accijns of van zoodanige gedeelten en ternujen van dien, als zij mogten ver^