hng van onderscheiden financiële aangelegenheden des Rijks, een gedeelte dezer uitgaven, door uitkeeringen ten behoeve van de schatkist, buiten bezwaar der schatpligtigen, zullende gevonden worden, het gepast voorkomt, naar aanlei ding daarvan, deze afdeeling der begrooting in twee deelen te splitsen;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord , en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze :

Art. i. De tweede afdeeling der begrooting over den jare 1825, wordL in twee onderdeelen verdeeld, en vastgesteld op den navolgenden voet :

Eerste onderdeel.

Hoofdstuk I. Huis des Konings.. . Nihil.

ft II. De Secretarie vanStaaf,

de Hooge Kollegien, en ambtenaren tot geen bijzonder vak van administratie behoorende f 226,200.00

« III. Hét Departement van

Buitenlandsche Zaken. - 56,000.00

.1 ransportere . . f 282,700.00