Hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze, te arresteren den navolgenden titel, welke zal uitnukcn een gedeelte van beï burgerlijk wetboek voor het Koningrijk der Nederlanden.

ZESTIENDE TITEL.

VAN DE MINDERJARIGHEID, VOOGDIJ, HANDLIGTING

OF EMANCIPATIE EN VENIA-.«TATIS, OF BRIEVEN

VAN MEERDTCRJARIGVERKEARING.

EERSTE AFDEELING.

Van de minderjarigheid.

Art. 1. Minderjarigen zijn de zoodanigen, die den vollen ouderdom, van 23 jaren niet bereikt hebben.

Alle minderjarigen welke geen handligting hebben bekomen en zonder vader of zonder moeder zijn gebleven , moeien onder voogdij worden gesteld, op de wijze bij de 5®, 4e, 5e en 6® afdeelingen va» dezen titel voorgeschreven.

TWEEDE AFDEELING.

Van de voogdij in het algemeen.

2. In iedere voogdij kan slechts één enkel voogd bestaan, behoudeus de bepalingen van artikel 12 ea 26 van dezen titel.