o. Een ieder die niet naar aanleiding van de gi. eri i<A afdeeling van dezen titel van de voogdij is uitgesloten of versclioond , is verpligt om dezelve aantenemen.

Wanneer de benoemde voogd weigerachtig of in gebreke is de voogdij uitteoefenen, zal daarin door de arrondissements-rcgtbank wórden voorzien door de benoeming van eenen bewindvoerder, in de plaats en ten looste van den voogd.

In dat geval is de voogd verantwoordelijk voor de verrigtingen van den bewindvoerder, behoudens zijd verhaal jegens laatstgemelden.

4. Wanneer naar aanleiding der bepalingen vart <Hezen titel, de tusscheukomst van bloedverwanten of aangehuwden van den minderjarigen vereischt wordt, zullen deze steeds ten getalle van vier worden opgeroepen , en uit de naasten , en zoo veel mogelijk in de beide linien worden gekozen.

Die bloedverwanten of aangehuwden moeten zijn manspersonen, meerderjarig en binnen het Koningrijk woonachtig.

Wanneer zich geen genoegzaam getal bloedverwanten of aangehuwden binnen het Koningrijk bevindt, is de regter slechts gehouden zoodanigen te hooren die binnen hetzelve woonachtig zijn.

5. Telken reize, wanneer de tegenwoordigheid hfci

A 3