De regtbank is bevoegd om den verkoop toetestaan , hetzij van de aangewezen goederen, hetzij van zoodanige andere, wier vervreemding aan haar min bezwarend in het belang de minderjarigen mogten toeschijnen.

61. De verkoop moet geschieden in het openbaar, ten overstaan van den toezienden voogd, door middel van een bevoegd ambtenaar en volgens de plaatselijke gebruiken.

62. De regtbank is bevoegd, om, in buitengewone gevallen , en wanneer het belang van den minderjarigen zulks vordert, verlof te verleenen tot den onderhandschen verkoop van een onroerend goed.

Dat verlof zal echter niet worden toegestaan, dan op een met redenen bekleed verzoek van den voogd, en met eenparig goedvinden van den toezienden voogd, en van de bloedverwanten of aangehuwden van den minderjarigen.

Indien de opgeroepen bloedverwanten of aangehuwden niet verschijnen, zal het eenparig goedvinden van de genen die opkomen , voldoende zgn.

Het onroerend goed zal voor geenen lageren prijs mogen worden verkocht, dan waarop hetzelve, vóór het verleend verlof zal zijn geschat geworden door drie deskundigen door de regtbank te benoemen.

63. De formaliteiten brj artikel 09 voorgeschreven ,

B 5