der, de moeder van den minderjarigen moeten hooren.

Wanneer de vader en de moeder van den minderjarigen overleden zijn of zich ia de onmogelijkheid bevinden om hunnen wil te kennen te geven, zullen de voogd, toeziende voogd, mitsgaders de bloedverwanten of aangehuvvden van den minderjarigen moeten worden gehoord of behoorlijk opgeroepen.

Indien de minderjarige handligling bekomen heeft, zal deszelfs curator moeten worden gehoord of behoorlijk opgeroepen.

91. De Ilooge Raad zal aan de arrondissements-regtbank der vaste woonplaats van den minderjarigen of aan den kantons-regter kunnen opdragen , om de in het vorenstaande artikel vermelde personen te hooren.

92. Indien de Hooge Raad de venia aelatis of brieven van meerderjarig-verklaring verleent, zal hij zijne beslissing aan den Koning doen toekomen , en za) die beslissing niet vroeger van kracht zijn, dan na dat dezelve door den Koning zal zijn goedgekeurd,

93. Een minderjarig persoon , welkeven,iaaetati^ Verkregen heeft, wordt daardoor meerderjarig.