kantoren van administratie, van VREEMDE fondseu en bedragende eeri twintigste ten honderd, van liet gezamenlijk bedrag dei' gedane uitdeelingen of betaalde renten, dividenten enz., zal, met de invoering van de tegenwoordige wet verminderd worden op een dertigste ten honderd.

Blijvende , voor het overige de tabel in derzelver geheel.

11. In Verband met § 2 van litt. c van het tweede artikel der wet van den i2Jen Julij 1821, wordt den maatstaf van tabel n°. 1 5, betreffende de ondernemers , directeurs en kommissarissen van spelen, vertooningen en vermakelijkheden behouden, doch met dien verstande dat het bedrag van denzelven maatstaf niet door de opcenten , voor de tweede afdeeling van 's Rijks uitgaven bestemd, zal mogen 'worden verhoogd, maar dat deze in de som van den maatstaf zullen moeten worden gevonden.

12. Met alteratie en intrekking voor zoo verre Van litt. 171 van het derde artikel der wet op de patenten, waarbij de schippers, schuitenvoerders, veeren pontlieden worden vrijgesteld van het regt van patent, en wijders bij vervanging van het binnenïaudsch tonnegeld, zullen alle eigenaars, schippers

A 5