STAATSBLAD

VAN

HET KONINGRIJK der NEDERLANDEN,

(N°. 2 5.)' BESLUIT van den 5den Juli 1823 i

houdende eenige voorzieningen ten aanzien van de uitoefening der jagt en vissóherij in de noordelijke provinciën.

W IJ W I L L E M bij de gratie Gods, koning

t)er nederlanden ƒ prins van oranje-nassau j Groot-hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.

Op voordragten van Onzen Opperjagermeester, Opperhoutvester voor de noordelijke provinciën, van den October 1820, n°. en 3 April 1821,

n". «I;

Gezien het rapport van Onze Ministers van Bin~ nenlandsche Zaken en Waterstaat, en van Justitie, van den ï^den September 1821, B b. 435, n°. 162, B. Z;

Den Raad van State gehoord $

Gelet op het rapport van Onze Ministers van Justitie, van Binnenlandsche Zakan en Waterstaat, en van Financien, van den » Januari 11., B b. 435, n9. 53,, B. Z. n°. 8;

Den Raad van State nader gehoord ;

O \erwegendc dat de onbeperkte uitoefening der jpg(