op ganzen, eendvogels en watersnippen, gedurende het te velde staan van den oogst, aanleiding kan geven tot het beschadigen der veldvruchten}

Overwegende, dat in de wet van den li^n Juli i8i4 (staatsblad n°. 79)» Scene bepalingen gevonden worden, om tegen het beschadigen van veldvruchten te voorzien, wanneer de jagt op ganzen, eendvogels cn watersnippen zal geopend zijn , en dat daarin gevolgelijk bij een maatregel van inwendig bestuur

behoort voorzien te worden;

Overwegende, dat bij art. 11 der gemelde wet, wel aan den Opperhoutvester, met overleg der Provinciale Staten , is opgedragen het regelen van den tijd der opening van de jagt en vischtijd , doch dat daarbij ten aanzien van de plaatsen en wijzen alwaar en waarop sommige soorten van jagt en Msscherr, vermogen en behooren uitgeoefend te worden, geene

bepalingen zijn vastgesteld;

Willende deswege, zoo tot behoud der jagt en

visscherijen, als ter beveiliging der eigendommen en voor het gerijf der ingezetenen gelijke maatregelen

vaststellen ;

Gezien art. 70 der grondwet,

Hebben besloten en besluiten»

Onze Opperjagermeester, Opperhoutvester Toov Je noordelijke provinciën wordt gemagtigd , om, met overleg der Provinciale Staten, bij het openen en sluiten van den jagt en vischtijd, zoo aangaande het • pyrein, alwaar gejaagd of gevischt zal mogen woydep,