li. Fr zal aan de onuangers der stichtingen, tot schadeloosstelling, niet meer kunnen worden verleend, dan 5°/o van de ontvangen inkomsten , als ook i /o van de terugbetaalde kapitalen , voorbehoudens echter de teruggave aan hen van nuttige en behoorlijk bewezene uitgaven.

15. Wanneer er redenen mogten bestaan om de bestuurders in het belang der stichting in regten te betrekken, zal dit door de provisoren geschieden , na dat Onze Minister hun daartoe zal hebben gemagtigd , of hun zulks zal hebben belast.

Onze Minister zal, in geval van misdraging, trouweloosheid, bankbreukigheid of erkend slecht bestuur va;i de zijde der bestuurders, deze in hunne functien kunnen schorsen, en zelfs voorloopig in hunne vervanging kunnen voorzien, met in achtneming, zoo veel mogelijk, van den wil der stichters.

16. Daar de, ontvangers , die door de bestuurders worden benoemd, als gemagtigden van deze 'aatsten moeten worden aangemerkt, zullen ook de 'ervolgiugen , waarvan in het voorafgaand artikel js cpsproken , tegen hen door de bestuurders worden givoerd. Wanneer de bestuurders van Onzen Minister geene autorisatie zullen hebben verkregen, om deze rejterhjke vervolgingen tegen hen, voor en uitnaam de; stichting te doen, zal het hun altgd vrij blijven de ontvangers voor eigene rekening en in hunnen ei-

A 4