2Dö regtsvordering om iu het bezit te nordefl gehandhaafd, kan worden aangevangen tegen elk en een iegelijk die den bezitter in zijn bezit stoort, zelfs tegen den eigenaar, behoudens do regtsvordering van dezen ten petitoire.

Indien niettemin dat bezit ter bede , heimelijk of door geweld verkregen is, kan de bezitter de regtsvordering om in het bezit te worden gehandhaafd, niet aanvangen tegen den genen aan wicn het bezit in dier voege mogt ontnomen zijn.

50. De regtsvordering tot handhaving in het bezit, moet worden aangevangen binnen het jaar , te rekenen van den dag, waarop de bezitter in zijn bezit gestoord is geworden.

51. Deze regtsvordering strekt om de stoornis te doen ophouden en den bezitter in zijn bezit te handhaven , met vergoeding van kosten, schaden en interessen.

52. Indien ter gelegenheid eener regtsvordering tot handhaving in een bezit hetgeen van wederzijde gevorderd wordt, de regter vermeent dat hetzelve niet behoorlijk bewezen is , zal hij, zonder over het bezitregt uitspraak te doen, kunnen bevelen of dat het voorwerp onder geregtelijke bewaring worde gesteld, of dat de partijen ten petitoii'e zullen voort procederen, of hij zal aan eene der partijen het bezit bij voorraad toestaan.

Dat bezit geeft alleen het regt om het genot der bc-