15. In de zij llinie wordt de plaatsvervulling toegelaten ten voordeele van kinderen en nakomelingen van des overledenen broeders en zusters, hetzij die gezamenlijk met hunne ooms of moeijen tot de nalatenschap komen , hetzij dat na het vóóroverhjden der broeders en zusters van den overledenen, de erfenis overgaat tot derzelver nakomelingen aan eikanderen in gelijke of in ongelijke graden bestaande.

16. Plaatsvervulling wordt ook toegelaten in iedere erfopvolging van zijdmagen, ten voordeele der kinderen en afstammelingen van broeders en zusters van de genen die, uit hoofde der nabijheid van hunnen graad van bloedverwantschap , indien die kinderen en afstammelingen waren uitgesloten , alleen tot de erfenis zouden geroepen zijn.

17. In al de gevallen, waarin plaatsvervulling wordt toegelaten , heeft de verdeeling bij staken plaats; indien dezelfde staak verscheidene takken heeft voortgebragt, geschiedt de onderverdeeling iu iedere tak wederom bij staken, en onder de personen in denzclfden tak, geschiedt de verdeeling bij hoofden.

18. Niemand kan voor een levend persoon bij plaatsvervulling optreden.

19. Een kind ontleent niet van zijne ouders het regt om hen te vertegenwoordigen, en men kan zelfs dengenen vertegenwoordigen wiens boedel men niet lteeft willen aanvaarden.