van liet burgerlijk welhoek voor liet Koningrijk dei Nederlanden.

TITEL XVII.

Van onbeheerde nalatenschappen.

Art. 1. Wanneer, bij bet openvallen eener nalatenschap , zich niemand opdoet die daarop aanspraak maakt , of wanneer de bekende erfgenamen dezelve verwerpen, wordt de nalatenschep als onbeheerd beschouwd.

2. De arrondissements-regtbank , onder welker ressort dc nalatenschap opengevallen is , moet op •Verzoek der belanghebbende personen, of op de voordragt van het openbaar ministerie, eenen curator benoemen.

Indien de overledene eenen uitvoerder van uitterste wilsbeschikking heeft benoemd, is deze van regtswege curator , len ware hij verlangen mogt door eenen anderen vervangen te worden.

o. De curator is gehouden, om de nalatenschap te doen verzegelen, en door eenen notaris eene boedelbeschrijving ie doen opmaken , mitsgaders om de nalatenschap te beheeren en tot effenheid te brengen.

Hij moet in reglen optreden ten aanzien der regtsvorderingen die tegen de nalatenschap zijn aangevangen , en alle regtcn die den overledenen toebehoorden , uitoefenen en voortzetten. Hij is verpligt om h< t gereed geld , hetwelk zich in die nalaten-