92

bepaalde regten van meerderjarigheid, en op der lig gulden voor brieven van meerderjarigverklaring.

Artikel 18.

Het bij artikel 72, laatste lid, der wet van 19 Augustus 1861 {Staatsblad n°. 72) op de nationale militie, op vijf gulden vastgestelde regt van registratie voor de acten , houdende de overeenkomst van plaatsvervanging of nommerverwisseliug, wordt verhoogd tot dertig gulden voor eiken dienstpligtige.

Artikel 19.

Be regten en boeten van registratie, alsmede de regten en boeten van hypotheek, worden met de helft verhoogd.

Hiervan zijn uitgezonderd de regten en dubbele regten, welke vier ten honderd bedragen, en de regten en boeten, vastgesteld bij de artikelen 3, 7, 2de lid, 12, 14, 15, 16, 17 en 18 dezer wet.

Artikel 20.

De besluiten, ordonnantiën of acten, bedoeld in artikel 11, n°. 1, der wet van den 16den Junij 1832 (Staatsblad n°. 29), worden door den betrokken Secretaris of Griffier, binnen twintig dagen, op straffe van dubbel regt, op het afschrift of uittreksel of, zoo dit ontbreekt, op de minuut ter registratie aangeboden.

Het regt wordt teruggegeven indien de post, het ambt, de bediening of de vermeerdering van bezoldiging niet wordt aangenomen, mits de teruggaaf gevraagd worde binnen den termijn van verjaring.

Artikel 21.

De wetgeving op de registratie wordt vóór 1 Januarij 1886 aan eene a!gemeene herziening onderworpen.

Artikel 22.

Deze wet treedt in werking op den Isten Januarij 1883.