Volgnummer.

II.

ZIEKTEN en GEBREKEN, welke militairen ongeschikt maken voor den dienst bij zeeof landmacht, met inachtneming van het bepaalde bij het eerste lid van artikel B.

291 Misstand of misvorming van den voet, indien daardoor het

gaan of het dragen van het schoeisel bemoeilijkt wordt.

292 Gemis van een grooten teen.

293 Gedeeltelijk gemis- van een grooten teen, indien daardoor het

gaan bemoeilijkt wordt.

294 Verstijving of belangrijke misstand van een grooten teen,

indien daardoor het gaan of het dragen van het schoeisel bemoeilijkt wordt.

295 Gemis aan één der voeten van twee of meer teenen, indien

daardoor het gaan bemoeilijkt wordt.

296 Gemis van een kleinen teen met het middenvoetsbeen.

297 Geheel of gedeeltelijk gemis van het nagellid van de meeste

teenen aan één der voeten, indien daardoor het gaan bemoeilijkt wordt.

L98 Belangrijke misstand van één of meer teenen, indien daardoor het gaan of het dragen van het schoeisel bemoeilijkt wordt.

299 Doorborende voetzweer (malum perforans pedis).

300 Hardnekkige eeltvorming, indien daardoor het gaan bemoeilijkt

wordt.

301 Hardnekkig stinkend voetzweet.

302 Belangrijke misvorming of ontaarding van één of meer nagels.

303 Kwaadaardige nagelzweer.