gezonden en van daar terugontvangen te zijn, nevens hunne rekeningen overgelegd en in uitgaaf gebracht. Wordt van den postcheque- en girodienst gebruik gemaakt, dan wordt het bewijs van storting of van afschrijving door den rekenplichtige nevens zijne rekening overgelegd en in uitgaaf gebracht.
Van de in het vorig lid bedoelde quitantiën wordt bij het Departement van Koloniën een afschrift genomen, waarmede gehandeld wordt als ten opzichte van de ingetrokken quitantiën bij dit artikel is bepaald.
Artikel 3.
Binnen drie maanden na ontvangst van de in het vorig artikel bedoelde borderellen deelt de Algemeene Rekenkamer de tegen de stortingen en de overschrijvingen en daarop betrekking hebbende bescheiden bij haar gerezen bedenkingen aan Onzen Minister van Koloniën mede. Indien de bedenkingen hem gegrond voorkomen, zorgt hij. dat daaraan wordt tegemoet gekomen.
De aanhef van artikel 7 wordt gelezen:
De voldoening der vorderingen geschiedt op schriftelijk verzoek door overschrijving van de schatkistpostrekening (voor de koloniën) bij den postchèque- en girodienst en overigens:
Na artikel 7 wordt ingelascht:
Artikel 7a.
De betalingen door middel van den postcheque- en girodienst geschieden door tusschenkomst van den beheerder van 's Rijks schatkistpostrekening.
Het eerste lid van artikel 8 wordt gelezen:
De betalingen op de betalingsstukken, vermeld onder a, b en c van artikel 7, geschieden door de rijksbetaalmeesters.
Het eerste lid van artikel 10 wordt gelezen:
De betalingen, bedoeld bij de artikelen 7a en 8, geschieden krach terfè kredieten, welke Onze Minister van Financiën op aanvraag van Onzen Minister van Koloniën opent.
Na artikel 10 wordt ingelascht:
Artikel 10a.
Na afloop van elke maand worden de bewijzen van afschrij-