a. Tekst der Kieswet, zooals die wet laatstelijk is gewijzigd bij het Additionneel Artikel YII der Grondwet.

EERSTE AFDEELING.

VAN HET KIESRECHT.

§ 1. Van de kiezers.

Artikel 1.

De leden van ie Tweede Kamer der Stateu-Generaal worden gekozen door de mannelijke ingezetenen des Rijks, tevens Nederlanders of door de wet als Nederlandsche onderdanen erkend, die den leeftijd van vijf en twintig jaren hebben bereikt.

Artikel 2.

Onder hen, die den leeftijd van vijf en twintig jaren hebben bereikt, verstaat deze wet hen, die dien leeftijd hebben bereikt vóór of op den 15den Mei.

Artikel 3.

Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten: zij, wien het kiesrecht ontzegd is bij eene onherroepelijke rechterlijke uitspraak;

zij, die rechtens van hunne vrijheid zijn beroofd;

zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren, of van de ouderlijke macht of de voogdij over een of meer hunner kinderen ontzet zijn;

zij, die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak tot eene gevangenisstraf van meer dan één jaar zijn veroordeeld, ge-