Artikel 2.

Voorschriften, waarbij aan vertegenwoordigers en ambtenaren van de Volkenbond voorrechten en immuniteiten worden of werden toegekend, zullen toepasselijk worden ^geacht op vertegenwoordigers en ambtenaren van de Verenigde Naties.

Artikel 3.

Wij behouden Ons voor verdragen te bekrachtigen en andere maatregelen te nemen teneinde aan andere internationale organisaties overeenkomstige voorrechten en immuniteiten toe te kennen als in het in artikel 1 bedoelde Verdrag worden toegekend aan de Verenigde Naties.

Artikel 4.

Deze wet is verbindend voor het gehele Koninkrijk en treedt in werking met ingang van de dag né die harer afkondiging, met dien verstande, dat zij in Nederlandsch-Indië, Suriname en Curagao in werking treedt op de dag, volgende op die harer afkondiging, onderscheidenlijk in het Staatsblad, van Nederlandsch-Indië, het Gouvernementsblad van Suriname en het Publicatieblad van CuraQao.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 24 December 1947.

WILHELMINA.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

W. VAN BOETZELAER.

De Minister van Justitie,

J. H. VAN MAARSEVEEN.

De Minister van Financiën,

P. LIEFTINCK.

De Minister van Overzeese Gebiedsdelen a.i.,

GÖTZEN.

Uitgegeven de dertigste Januari 1948.

De Minister van Justitie, J. H. VAN MAARSEVEEN.