Zaken, tenzij zij ter beschikking zijn gesteld of ander dan periodiek verlof genieten:

a. werkzaam gesteld aan een diplomatieke zending of aan een consulaire post;

b. werkzaam gesteld aan het Departement van Buitenlandse Zaken;

c. belast met een bijzondere opdracht, dan wel

d. tijdelijk ter beschikking gesteld van het hoofd van een ander Departement van Algemeen Bestuur of van een tak van Overheidsdienst in een ander gebiedsdeel van het Koninkrijk.

2. De Ambtenaren van de Buitenlandse Dienst der eerste klasse hebben de rang van Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur dan wel die van Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister.

Die der tweede klasse hebben de rang van Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister dan wel die van Consul Generaal.

Die der derde klasse hebben de rang van Gezantschapsraad, Handelsraad of Consul Generaal.

Die der vierde klasse hebben de rang van Eerste Gezantschapssecretaris, Eerste Handelssecretaris of Consul.

Die der vijfde klasse hebben de rang van Tweede Gezantschapssecretaris, Tweede Handelssecretaris, Vice-Consul of Derde Gezantschapssecretaris.

De Aspirant Ambtenaren van de Buitenlandse Dienst hebben de rang van Gezantschaps-attaché of Adjunct Vice-Consul.

3. De Ambtenaren van de Buitenlandse Dienst voeren de titel, welke met hun rang in overeenstemming is, met dien verstande, dat zij, indien in een diplomatieke functie aan een Onzer Ambassades toegevoegd, de titel voeren van Ambassaderaad, Eerste, Tweede of Derde Ambassadesecretaris of Ambassade-Attaché.

4. Wij houden Ons de bevoegdheid voor, aan een ambtenaar van de buitenlandse dienst der tweede, derde of vierde klasse een persoonlijke titel te verlenen, verbonden aan een rang, welke één klasse hoger is dan die, waartoe hij behoort.

5. Aan de overige ambtenaren van de buitenlandse dienst kan door Onze Minister van Buitenlandse Zaken een persoonlijke titel worden verleend, verbonden aan een rang, welke één klasse hoger is dan die, waartoe zij behoren.

6. Door Ons of door Onze Minister van Buitenlandse Zaken kan aan een ambtenaar van de buitenlandse dienst een andere titel worden verleend, dan bij dit artikel voorzien.

7. Door Ons of door Onze Minister van Buitenlandse Zaken kan aan andere personen dan die, bedoeld in artikel 2, lid 1, sub a, b en c, mits die personen ressorteren onder Onze Minister van Buitenlandse Zaken, een persoonlijke diplomatieke, handelsdiploma-