Uit laatstgenoemd artikel kan mede worden overgeschreven op artikel 7.

Artikel III.

Op artikel 8 van de bij artikel I dezer wet vastgestelde begroting worden aangewezen de tot het dienstjaar 1948 behorende lasten, het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf betreffende, die hunne omschrijving niet vinden in een der andere artikelen dier begroting en die moeten dienen ter voorziening in behoeften, welke in de loop van dat dienstjaar onverwacht opkomen.

Artikel IV.

Voor de bedragen, geboekt in de rekening, bedoeld in artikel 17 der Bedrijvenwet (Staatsblad 1928, n°. 249), als lasten der exploitatie, onderscheidenlijk als kapitaalsuitgaven, genoemd in de artikelen 5, lid 1, sub j, en 6, lid 1, sub d en e, van genoemde wet, blijft bij het onderzoek der Algemene Eekenkamer het bepaalde in de laatste zinsnede van artikel 79, sub a der Comptabiliteitswet (Staatsblad 1927, n°. 259) buiten toepassing.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize het Loo, 5 Februari 1948.

WILHELMINA.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

WITTEMAN.

Uitgegeven de zeven en twintigste Februari 1948.

De Minister van Justitie, J. H. VAN MAAESEVEEN.