VIII

Artikel 61 wordt gelezen als volgt:

„Onbruikbaarmaking van vlees en vleeswaren geschiedt volgens de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.

De Minister kan van de bepaling, dat onbruikbaarmaking moet geschieden door behandeling in een destructor, aan een gemeente tot 1 Juni 1949 ontheffing verlenen onder voorwaarde, dat de onbruikbaarmaking zal geschieden door, na verkleinen, het vlees of de vleeswaren te vermengen met dierlijke olie, kalk, carbol, creoline, saprol of andere, met goedkeuring van de inspecteur aan te wenden stoffen. De onbruikbaarmaking geschiedt onder toezicht van de keuringsveearts of van de door deze aan te wijzen ambtenaar; bij verhindering of ontstentenis van de door de keuringsveearts aangewezen ambtenaar wordt deze vervangen door een door de burgemeester aan te wijzen ambtenaar.

Indien door overmacht de destructor tijdelijk buiten werking moet worden gesteld, geeft de burgemeester van elke gemeente, welke daarvan gebruik maakte, hiervan kennis aan de inspecteur en kan de onbruikbaarmaking geschieden op de wijze, omschreven in het vorig lid. De Minister kan in dat geval een termijn bepalen, waarna de onbruikbaarmaking in een destructor weer zal moeten plaats vinden.

De gemeenten, die van een destructor gebruik maken, dragen te dien aanzien, voor zover het hen aangaat, zorg voor de naleving van de wettelijke voorschriften, vastgesteld ter vermijding van besmetting, waartoe het bedrijf van de destructor aanleiding zou kunnen geven, alsmede van de voorschriften betreffende het vervoer van voor onbruikbaarmaking bestemd vlees en vleeswaren naar de plaats, waar zij zullen worden onbruikbaar gemaakt.".

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van een door Ons te bepalen dag, die ten aanzien van de verschillende afdelingen van artikel 2 verschillend kan zijn.

Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Het Loo, 9 Februari 1948.

WILHELMINA.

De Minister van Sociale Zaken,

W. DREES.

Uitgegeven de zeven en twintigste Februari 1948.

De Minister van Justitie, J. H. VAN MAARSEVEEN.