STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

(No. I 107) W JE T van 18 Maart 1948, houdende voorziening in de na 4 Mei 1945 verstreken duur

t van rechtspersoonlijkheid bezittende vereni¬

gingen of naamloze vennootschappen. (Duurverlengingswet).

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk kan zijn de na 4 Mei 1945 verstreken duur van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of naamloze vennootschap te verlengen ;

Zo is het, dat Wij, de Baad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Onze Minister van Justitie is bevoegd de na 4 Mei 1945 verstreken duur van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of naamloze vennootschap te verlengen. De verlenging werkt terug tot aan het einde van de dag van het verstrijken.

Bevoegdelijk verrichte handelingen worden niet ongedaan gemaakt, evenmin wordt nadeel toegebracht aan door of jegens derden verkregen rechten.

Het ministerieel verlengingsbesluit wordt openbaar gemaakt in de Nederlandse Staatscourant. Wat niet is openbaar gemaakt geldt niet tegen derden te goeder trouw.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Bijl. Hand. II 46/47, 543;

Bijl. Hand. II 47/48, 543; Hand. II 47/48, bladz. 1515—1518; Bijl. Hand. I 47/48, 543; Hand. I 47/48, bladz. 306.

Artikel I.