Bijzondere gevallen

Het is niet noodzakelijk een troep overeenkomstig de naast hogere rang in het terrein te hebben aangevoerd om voor die rang geschikt te worden beoordeeld. Wanneer de gelegenheid daartoe mocht hebben ontbroken kan de officier veelal zeer goed worden beoordeeld op grond van zijn wijze van dienen, het gezag dat van hem uitgaat, zijn besluitvaardigheid, zijn wilskracht, enz., in het algemeen dus op grond van zijn karaktereigenschappen. Zijn theoretische kennis kan voorts op velerlei wijzen worden getoetst. Het resultaat van gevolgde cursussen moet in elk geval in beschouwing worden genomen en op de beoordelingslijst worden vermeld. Nadrukkelijk wordt er op gewezen, dat niet uitsluitend naar de practische en theoretische kennis mag worden beoordeeld, doch dat karaktereigenschappen evenzeer een hoofdelement in de beoordeling vormen.

5. In gevallen waarin dit voorschrift niet voorziet, beslist de Minister van Oorlog.

Het systeem van beoordeling

Officieren, die niet beoordeeld worden

Bepalingen betreffende de beoordeling van de officieren, behorend tot het beroepspersoneel

6. Het is voor een ieder uiterst moeilijk zelfstandig een onpartijdig oordeel over een ander uit te spreken. Om die reden wordt in dit voorschrift bepaald, dat waar dit mogelijk is officieren tot en met de rang van luitenant-kolonel zullen worden beoordeeld door meerdere beoordelaars.

Deze wijze van beoordelen biedt het voordeel dat de beoordelaars in de gelegenheid worden gesteld een vergelijking te maken tussen de officieren, die rechtstreeks onder hun bevelen zijn ingedeeld, en de officieren van gelijke rang dienend bij andere in de onmiddellijke nabijheid optredende en in dezelfde omstandigheden, verkerende onderdelen. Voorts wordt hierdoor het bezwaar, dat de ene beoordelaar ter zake minder zware maatstaven aanlegt dan de andere, zo niet geheel, dan toch grotendeels ondervangen.

7. Van opperofficieren, en van hoofdofficieren die Chef zijn van een dienstvak, alsmede van de Commandant der Koninklijke Marechaussee worden geen beoordelingen uitgebracht.

Officieren, die beoordeeld worden en officieren, die beoordelen

8. Overigens worden van alle officieren beoordelingslijsten ingediend.

Kolonels worden in eerste aanleg beoordeeld door hun onmiddellijke commandant.

In voorkomend geval zijn de opvolgende Chefs van de beoordelaar gehouden ter zake van de uitgebrachte beoordeling duidelijk van hun mening te doen blijken.

De luitenant-kolonels en officieren van lagere rang worden beoordeeld door meer dan één beoordelaar, welke beoordelaars zich daartoe in commissie verenigen.