tussen een deelnemende Regering en haar gebieden of in enig opzicht inbreuk te maken op het gezag en de verantwoordelijkheid, welke de territoriale Regeringen krachtens haar grondwetten dragen.

Artikel XVIII.

Wijziging der Overeenkomst.

60. De bepalingen dezer Overeenkomst kunnen worden gewijzigd met instemming van alle deelnemende Regeringen.

Artikel XIX.

Uittreding.

61. Na verloop van vijf jaren na het van kracht worden van deze Overeenkomst, kan een deelnemende Regering uit de Overeenkomst treden na, met inachtneming van een opzegtermijn van een jaar, de Commissie van haar wens tot uittreding in kennis te hebben gesteld.

62. Wanneer een deelnemende Regering ophoudt een niet-zelfbesturend, binnen de sfeer der Commissie gelegen, gebied te besturen, doet zij hiervan mededeling aan de Commissie,, waarna zij geacht wordt na afloop van het lopende kalenderjaar uit de Overeenkomst te zijn getreden.

63. Niettegenstaande het uittreden van een deelnemende Regering, blijft deze Overeenkomst van kracht tussen de andere deelnemende Regeringen.

Artikel XX.

Tijdelijke bepalingen.

64. De Regeringen van Australiƫ en Nieuw-Zeeland zullen gezamenlijk voorlopige regelingen treffen voor de vestiging van de Commissie.

Artikel XXI.

Inwerkingtreding.

65. De Regeringen van Australiƫ, de Franse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittariniƫ en Noord-Ierland en van de Verenigde Staten van Amerika worden partij bij deze Overeenkomst door:

(a) ondertekening zonder voorbehoud, of

(b) ondertekening ad referendum en aanvaarding nadien.