7 Een derde deel van het grootste toegelaten aantal passagiers moet in tegen regen beschutte ruimten plaats kunnen vinden.

. -f waterkranen in keukens en kantoren, alsmede in localiïten, bestemd voor passagiers, moeten zodanig zijn ingericht, dat het niet mogelijk is daaraan rivierwater of water van de machines te

h tw , voorschnft is niet bindend voor wasgelegenheden, die het opschrift „geen drinkwater" dragen.

9. Op alle dekken moet zich een voldoende aantal reddingboeien of -goidels op onmiddellijk toegankelijke plaatsen bevinden Elke plaats waar zich een boei of gordel moet bevinden, moet worden aangeduid met een opschrift. Het aantal boeien of — eventueel — gordels, wordt door de Commissie van Deskundigen bepaald

m(Sfna8tierSVaar,tU18en 'met meer dan 50 ton waterverplaatsing moeten tenminste een reddingboot met uitrusting hebben.

iJe Commissie van Deskundigen kan van de verplichting tot het ebben van een reddingboot die passagiersvaartuigen vrijstellen, die volgens hun certificaat bestemd zijn om slechts bepaalde korte tl ajecten te bevaren.

10. Aan boord van vaartuigen, waarop niet meer dan 300 nassagiers vervoerd mogen worden, moet zich ten minste één privaat per 150 personen bevinden. Op vaartuigen, waarop meer passagiers vervoerd mogen worden, moeten afzonderlijke privaten voor" elk geslacht zijn ingericht, tenminste één privaat per 200 passagiers- de

bestaananDeenr?v°artmanne? bestemde Privaten kan uit waterplaatsen inrichtingen P m°®ien voorzien ZIM van moderne hygiënische

Artikel 29

reservoir'6'" reservoks VaartUig m°et zijn voorzien van een of meer drinkwater-

2. De reservoirs moeten zodanig zijn ingericht, dat zij gemakkelijk ontleend611 ^ ^ d3t daaraan Semakkelijk kan worden

c 7aSt 0Pgestelde reservoirs moeten een opening met deksel voor het schoonmaken hebben en voorts een beschermde ontluchtingsonening een kraan of pompinnchtmg, alsmede een inrichting, waardoor het mogelijk is de aanwezige hoeveelheid water te meten

Aan boord van vaartuigen met meerdere logiezen moet bij elke groep van logiezen tenminste een drinkwaterreservoir of een drinkwaterkraan worden aangebracht.

3. De drinkwaterreservoirs moeten een totale inhoud hebben overeenkomende met tenminste 100 1 water voor de schipper voor elk lid van de bemanning en voor elk der andere personen voor wie een vast verblijf aan boord van het vaartuig aanwezig is.'

4. Aan boord van vaartuigen, die volgens hun certificaat bestemd zijn om slechts bepaalde korte trajecten te bevaren, kan worden vol-