STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

In naam van Hare Majesteit Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz-, enz., enz.

WIJ JULIANA, PRINSES DER NEDERLANDEN, REGENTES

VAN HET KONINKRIJK,

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het onder de tegenwoordige omstandigheden wenselijk is, dat het einde van de geldigheidsduur der Noodtoewijzingswet (Staatsblad No. H 241) niet op 1 Juli 1948 blijft vastgesteld;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Het derde lid van artikel 6 der Noodtoewijzingswet (Staatsblad No. H 241) vervalt.

Artikel 2

Deze wet treedt in werking op de dag, volgende op die harer afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en

(No. I 262) ïf' JE T van 30 Juni 1948, tot wijziging van

de Noodtoewijzingswet ("Staatsblad No. H 241).

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Bijl. Hand. II 47/48, 842; Hand. II 47/48, blz. 1895; Bijl. Hand. I 47/48, 842; Hand. I 47/48, blz