Artikel 3

Onze bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen of aanvullen van besluiten, als in artikel 1 bedoeld, vervalt met ingang van 1 October 1949.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag van haar afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden gepl.iatst, en dat alle Ministeriƫle Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paieize Soestdijk, 21 April 1949.

JULIANA.

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken,

W. DREES.

De Vice-Minister-President,

Minister zonder Portefeuille,

J. R. H. VAN SCHAIK.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

J. H. VAN MAARSEVEEN.

De Minister van Buitenlandse Zaken.

STIKKER.

De Minister van Justitie.

WIJERS.

De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,

TH. RUTTEN.

De Minister van Financiƫn,

P. LIEFTINCK.

De Minister van Oorlog,

SCHOKKING.