HET PADVINDERSBLAD

1 Umcnjgingslmn Cocbi der Uirecbtscbe Padvinders naar Amsterdam Gepakt en gezakt stonden wij om 7| uur reeds op het Stationsplein. Na een gezellige reis kwamen wij bij de Weesperpoort fian, waar we | opgewacht werden door eenige Amsterdammers, die mijnheer Krook, hun vroegeren ass.-troepleider, gewoon weg om den hals vielen (figuurlijk natuurlijk). We stelden ons op j en gingen ventre a terre (alweer] figuurlijk) naar de Oosterparkstraat, waar ’t troeplokaal is. Hier troffen wijden heelen 7en troep aan. Wij aten natuurlijk, daar de magen der P.V.’s, die uit zijn, gewoonlijk veel op onpeilbare afgronden lijken. Vervolgens keken wij nog even in de] buurt rond en gingen daarop naar bed (liever gezegd „naar stroo”),] waar we dien nacht als op rozen sliepen. Hierbij moet men echter niet vergeten dat er ook dorens aan rozen zijn. Enfin, daarover niet getreurd, na een rustigen nacht waren] wij om 6 uur weer uit de strooien

veeren, waschten en kleedden ons, waarna weden inwendigen mensch j versterkten,geholpen dooreen bakker, die op den hoek der straat woonde. Deze nam zich voor. als we nog lang bleven, er een knecht bij ie nemen. Nadat wij allen verzadigd waren, bezochten wijde Hoofdkazerne, der Brandweer. Hier toonde de brandmeester ons alles zoo welwillend en duidelijk, dat men werkelijk bijna voor zijn pleizier iets in brand zou steken, om het nog eens, maar nu in practijk, te zien. Hierna werd weer naar het clubgebouw teruggeloopen, waar tot groot genoegen van denzelfden bakker weer werd gegeten, waarna wij ons 'vol zoeten koeksnaar het Rijksmuseum begaven. Wij vonden het verbazend mooi en interessant, en nadat wij gedurende 2 uur al die pracht bekeken hadden, begaven wij ons weer naar het clublokaal. Vandaar uit maakten wij een tochtje door de Amstelstad. Na tallooze avontuurtjes beleefd te hebben, werd om 7 uur inspectie gehouden en ging het met hetzelfde (figuurlijke) ventre a terre naar de Weesperpoort, waar we nog eenigen tijd inde wachtkkamer bleven, en vertrokken na een hartverscheurend afscheid van onze Amsterdamsche collega’s. Daar alles hier op aarde

Padvimlcrs-UcrjaarboeKje „Het samenstellen van dit boekje heeft twee redenen gehad. Ten eerste ] hierdoor gernakkelijker de verjaardagen van onze broeder-padvinders en kennissen te onthouden, zoodat wij hun onze gelukwenschen kunnen zenden. Ten tweede zijn er vele] jongens, die gaarne den dag aanvangen met het lezen vaneen krachtige en leerzame spreuk. En indien slechts een klein aantal onzer padvinders, door dit boekje, hulp en! kracht moge ontvangen, om steeds; lederen morgen den dag met nieuwen ] levenslust te beginnen, dan is mijn wensch alreeds vervuld.” Aldus luidt het voorwoord van bovengenoemd boekje, dat dezer ] dagen verschenen is van de hand van den commissaris van de N.P.O. voor Zuid-Holland, Ph. Baron van j Pallandt van Eerde. Dit voorwoord duidt voldoende de bestemming ervan aan. Het boekje ziet er zeer smakelijk uit. Voor eiken dag van het jaar j is ruimte beschikbaar voor de namen ( vaneen paar verjarenden, waarboven i telkens een spreuk is geplaatst, welke , op de padvinderij in ’t bizonder van ■ toepassing is. Deze spreuken zijn > ontleend aan uitspraken van wijs-

vroeg naar onzen zin kwamen we aan; geducht moe met afgesleten schoenzolen, gezichten en alles vol | met Amsterdamsch stof ; maar toch | met een zeer voldaan gevoel en dankbaar over dezen leuken tocht. P Hermans, Padvinder He klasse

scheiden moet, zelfs de P.V.’s en de bakker op den hoek, zetten wij er ons gauw overheen. Men bemerkte echter spoedig dat het de terugreis was ; alleswas geducht moe. Na een ontzettend geboemel kwam U. weer in ’t zicht (voor hen die tenminste niet sliepen), en eigenlijk veel te

Kijkjes in bet 6ron. Padvindersleven (UI) Toen ik Zaterdagavond des geachten secretaris dichtaer had gelezen En ik insliep, zonder nog een antwoord op diens vraag te kunnen geven, Verplaatste me een droom inden ouden tijd terug, toen we (met den [hopman en de jongens van voorheen) Ons gingen oefenen ; ik hoorde schreeuwen en beloven, maar ’t bleef [duister om mij heen... Daarna werd ’t mobilisatie, wij waren in actie gekomen, ' Door onzen hopman en secretaris geleid, werd ’t duister door ’t schemer [verbroken, Maar toen kwam vaan, en als ik met hem op zijn kamer was gebleven En hij me wat „padvinder is” duidelijk had gemaakt, toen was voor [mij de zon eerst aan den horizon gestegen. Maar voordat de P.V.’s zon in haar volle glorie zal prijken. Zullen, nu vaan is heengegaan, nog zeer veel daden van hop, den [secretaris en ons moeten blijken. En, geachte secretaris, „dat de Gron. Padvinderij steeds uitbreidt haar [vlerken” Zit niet in ’t aantal jongens, maar wel of die steeds inden geest van [,,wat padvinder is” werken. Gron. 7 Dec. T5 Lambert

geeren en staatslieden, bekende personen uit de P.V.-beweging, bijbelteksten enz. Hier en daar een greep doende, vinden wij er b.v. de volgende bij, welke eenig idee van' het geheel kunnen geven : Vraag niet, maar handel. (Baden-Powell) De meest verloren dag is die, waarop men niet gelachen heeft. (Chamfort) Water, lucht en reinheid zijnde drie voornaamste artikelen in mijn medicijnkastje, i (Napoleon) Voor jonge menschen heb ik drie raadgevingen ; werk, | werk, werk. (Bismarck) Als ge je handen inden zak vaneen ander wilt steken, moet ge ze eerst uit uw eigen zak halen, (dieven-spreekwoord) De moed en de kracht vaneen [Spartaan. De zelfbeheersching vaneen Indiaan, De barmhartigheid vaneen [Samaritaan, Padvinders ! Stuurt het daar op aan. J. F. Schaap) Onthoudt het rijke tooverwoord, Dat iedren twijfel stilt ; Zoo gij maar wilt hetgeen gij kunt, Dat kunt ge ook wat gij wilt. Zoo zouden wij kunnen voortgaan,

215