Is het ernst met de Belofte?

,Op mijn èerewoord beloof ik ernstig te zullen trachten mijn plicht te doen tegenover God en mijn land. Dit hebben we a,llemaal eens beloofd, hetzij lang, hetzij kort geleden. Ik ook ! Maar heel dikwijls ben ik het niet goed, of soms heelemaal niet nagekomen. Over mijn leven had ik dan ook geen voldoening. Ik had wel plezier ! O zeker! En hoe! Maar toch.... Het was me onmogelijk, onder allei omstandigheden te fluiten. (Misschien zou het me met een treurmarsch beter gelukt zijn.) Gelukkig voelde ik me geenszins. Echte vrienden had ik eir geen een. Vaak voelde ik me eenzaam, zelfs diep ongelukkig. Totdat Godin mijn leven en Hij mij liet zien, wat ik allemaal verkeerd deed. Ik kwam namelijk met de Oxford-Groep in aanraking. En wat ik daar meemaakte, had ik nog nooit meegemaakt ! Ze behandelden mekaar daa,r nota bene precies, alsof ze broers van elkaar waren. ('ln de goede zin van het woord dan,, want met je broers lig je ook nog wel eens overhoop). Een geest zooals daar heer&chte', nee, dat had ik nog nooit en nergens meeigemaakt! Toen riep een jongen me bij zich, en vertelde wat dit alles te beteekenen had. Al deze menschen hadden eenzelfde ideaal ; de wereld onder Gods bevelen ! Op het eerste gezicht een prachtig ding, maar totaal onbereikbaar! ledereen naar God luisteren ? Das ist zu schön om wahr zu sein. Of eigenlijk niet ? En is het wel noodlg ? De wereld loopt met een sneltreinvaart een groote ravage tegemoet ! Het is verschrikkelijk, maar het is zoo ! En nu geeft God ons de kans om broers van elkaar te worden ! Maarde mensch heeft een vrije wil gekregen. En we moeten willen! Jij net zoo goed a,ls ik ! He jongen begon me zijn leven te vertellen; wat hij verkeerd gedaan had,, en hoe God hem daar vanaf geholpen had. Toen heb ik ham het mijne verteld. Dat was erg moeilijk en erg vervelend. Ik had dingen op te biechten, die ik eigenlijk niet durfte te zeggen: Ik had geld gestolen, gespiekt, thuis had ik da boel beduveld, en betyranniseerd. Ik was erg onrein geweest, zoowel in gedachten en woorden, als in daden. Ik had geleefd ten koste van anderen, en ten pleziere van mezelf. Een vriend voor allen was ik nu niet bepaald altijd geweest. En plotseling zei God me, dat er een uitweg was ! Dat ik, als ik Hem wilde gehoorzamen, niet alleen in( groote, maar ook in kleine dingen (want daarvan hangt ons leven eigenlijk aan elkaar), dat. ik dan een nieuw leven van hem krijgen kon. Dat ik moest gaan leven volgens de vier maatstaven, die, Christus ons heeft achtergelaten, en die ook in onze Padvlnderswet zijn verwerkt: Volkomen eerlijkheid, reinheid, onzelfzuchtigheid en liefde. Ik heb toen mijn leven aan God gegeven, en sinds dien dag, die ik nooit vergeten zal, ben ik een echte avon-

turier geworden, ’s Morgens vraag ik aan God, wat ik dien dag doen moet, of Hij mijn gedachten wil leiden en me daardoor een opdracht geven voor dien dag. Dan ben ik een poosje stil en God vertelt me, wat ik doen moet ! Laatst zei God me,, dat ik moest spreken, op een bijeenkomst van tweeduizend menschen. Ik dacht: „dat doe ik nooit.” Nog nooit had ik voor zoo’n massa gesproken. Maar toen kreeg ik ook onmiddellijk een andere gedachte: Als God het van me vraagt, dan moet ik dat doen, zin of geen zin. Hij vraagt niets van mij* dat ik niet kan, dus waarom zal ik me zenüwachtig maken ? Als ik daar sta,, dan zal God me laten zien, wat ik ctoot U/oLtet Keet* moet zeggen. Als ik op Hem vertrouw, dan helpt hij me ook. En alles is goed gegaan ! Ik heb me niet vergist, en was niet zenuwachtig of iets dergelijks. Ik heb verteld van mijn leven, hoe het was en hoe het geworden is ; dat God voor alle moeilijkheden en problemen een oplossing heeft, hoe groot ze ook zijn. Er zijn staatslieden (ook in ons land), en arbeiders, baronnen en werkloozen, die tegenwoordig lederen morgen aan God vragen, wat ze moeten doen, en die zoodoende helpen aan de opbouw van een nieuwe wereld, waarin angst, geweld, zelfzucht, vooroordeel., hoogmoed, hebzucht, haat en nog vele andere dingen, waaraan de wereld ten gronde gaat, over boord gegooid zijn. Maar we moeten voor die wereld ook een prijs betalen, We moeten onszelf willen en durven vernederen ! We moeten de mindere durven zijn ! We moeten bij onszelf beginnen. Niet, wachten, totdat een vriend of broer of vader of moeder zijn of haar leven verandert, want „ieder mensch wil graag de andere anders hebben, maar leder wacht, tot de andeir begint.” Als we dat doen, dan komen we er nooit ! We moeten de kans, die God ons geeft', aangrijpen. Misschien is het de laatste ! En daarom niet wachten tot

Een enkel woord bij deze getuigenis vaneen 13-jarige Verkenner. Potentiaal ligt ook in onze Padvinders Beweging de weg naar een rijker, \ oller en gelukkiger leven onder God’s leiding. Waarom komt er inde practijk vaak zoo weinig van terecht ? Is het omdat we het eerste gedeelte onzer Belofte op den koop toe nemen, in plaats van het te zetten in het middelpunt als krachtbron, als drijfveer, als bezieler ? Het artikel van Wolter Keers moge ons allen tot nadenken stemmen. Het doet er tenslotte weinig toe wat ons den moed geeft den sprong te wagen om ons klein, egoïstisch bestaan los te laten teneinde het ruime, volle en avontuurlijke Leven te gewinnen. REDACTIE.

morgen, maar nu doen. Van uitstel komt afstel. Een ander., die wat poëtischer, was aangelegd heeft eens gezegd : Door ■de straat van Morgen komt men langs het huis van Nooit! En dat ik waar! ‘Ook dat weet ik uit eigen ondervinding. Ik wist de weg al mijn heele leven, en ik was ook al een poos met die Oxford-Groep in contact, maar ik hield me afzijdig en durfde mezelf niet aan te pakkan. Daaraan heb ik de drie beroerdste jaren van mijn leven te danken! En ' sinds ik veranderd ben, heb ik ook anderen de Weg mogen wijzen. Vanaf den dag van mijn verandering, kon ik een echte Verkenner zijn. En is dit niet het Ideaal van ons allen ? We zijn jonge kerels, en ons leven staat voor ons. En nu hangt het healemaal van onszelf af, hoe we willen leven! Als we God willen gehoorzamen, doen wat Hij van ons vraagt, dan zal ons leven goed worden. Het is moeilijk om de teugels uit han, dein te geven, want we willen alles veel liever zelf doen. Maar als we dat doen, dan loopt het vast, muurvast ! Misschien willen we dan wel graag opnieuw beginnen, maar dan kan het zijn, dat we de kans niet meer hebben. Wij zullen eens de volkeren vormen, wij zullen de maatschappij vormen en wij zijn allen verantwoordelijk voor die maatschappij. Vermenigvuldig jezelf met 8.000.000 en je hebt ons volk ! ik, een mislukt laven : acht millioen maal mijn mislukte leven = een mislukt Nederland ! M.a.w. als Nederland een mislukt land is, ligt dat mede aan mij. Dus kan ik kiezen tusschen twee dingen : Een vaderlander of een landsverrader ! Voor God of voor den duivel! Een andere weg bestaat er niet ! Niemand kan twee heeren dienen ; Of hij dient de een met hart en ziel, of den ander ! We kunnen niet voor 50% God en voor 50% de duivel dienen. En als we moeten kiezen, wordt dat geen gemakkelijke keus ! Want om ja leven heelemaal uit handen te geven, dat valt lang; niet mee! Bovendien is dit niet zoomaar iets, zoolets van ; Wat wil je, citroen- of frambozenlimonade ? Dit is een keus voor het leven, het leven, dat voor ons staat ! Jeugd, geloof en wilskracht, Ben liefde, die niets te veel acht, Zal, waar ons land zichzelf bracht, Nieuw leven brengen gaan ! Weg, elk slap begeeren, God wil door ons triomfeeren ! Hij wil ons land regeeren, Ons volk weer op doen staan ! Als we willen, kan God ons gebruiken in Zijn plan voor den opbouw vaneen nieuwe wereld ! De vloed van mannen en vrouwen, jongens en meisjes, die allen hun leven aan God geven, en lederen dag doen wat hij zegt, komt op ! De heele wereld begint in heit teeken te staan van den opmarsch van de jeugd! Br komen er hoe langer hoe meer ! Allen, die zien dat, wanneer ze zonder God leven, het spaak loopt en dat het radicaal mis loopt in hun leven, sluiten zich bij dit groote (Zie vervolg hlz. 2JfS)

241