DE HAP

tig en duidelijk, beknopt en-vlag uit; welpen komen niet om stil' te staan! Zodra je dus met een „horde” en het aangeven vaneen formatie, de welpen van je voorganger hebt overgenomen, en de welpen staan, steek dan van wal. Zijn ze niet stil, wacht dan even, sla niet aan ’t verbieden, wacht en schiet desnoods met bliksems uit je wolvenogen – ze worden wdl stil. Maak het verhaal om het spel niet flauw en langdradig; geef een korte interessante schildering; tover zó met snelle lijnen de gewenste atmosfeer om hen heen, en geef dan kort en duidelijk de speldétaüls, waarbij je desnoods óf je zelf, óf enige welpen voor de meerdere duidelij'kheid laat proef stom en,

Het materiaal had je natuurlijk van te voren al klaar liggen. En dan één, twéé, drie af, en spelen jongens! Gaat het niet coorrect en eerlijk, onmiddellijk over. Gelóóf in je spel en blijf opgewekt en vrolijk, óók als het de eerste keer niet wil. }e bent je immers volkomen bewust, waaróm je het wilde spelen, en tot welke climax je het op kunt voeren? Werk het in ieder geval af; bejuich den winnaar, bespreek de fouten, en geef dan in sneltreinvaart de horde aan je opvolger over, terwijl je voor je zelf onthoudt, wat voor een volgende maal nodig is, om het nog effektvoller te doen zijn! Goede iacht! Bagheera.

DE VIERSPRONG JON GEN SSOCIETEIT

ZOALS REEDS IN de vorige aflevering werd medegedeeld, zien we dfe jongenssocieteit als een soort voorportaal voor het eigenlijke „ Jongens-clubwerk’'. Het gaat er om zoveel mogelijk jongens te bereiken, al is het maar op de meest primitieve wijze en met de meest beperkte middelen. We

moeten niet vergeten, dat de K J B. als „Opvoedingsorgaan” juist het best tot zijn recht zal komen op die plaatsen en in die milieus, waar het meeste behoefte bestaat aan opvoeding (ook al lijkt het uiterlijk niet zó). Hoe dikwijls de Jongenssocieteit gehouden moet worden? Zeker één maal per week, doch liefst meer. In vólkscentra van grote steden zou het elke avond mogelijk moeten zijn voor de „leegloopende” jongens om onderdak te kunnen vinden. Hoewel ogenschijnlijk in dit werk van* geen methode sprake kan zijn, begrijpt iedere jeugdleider, dat een zekere methodiek niet gemist 'kan worden. De eerste eis, van deze methodiek aan den leider is: Ga midden tussen deze jongens staan, figuurlijk natuurlijk, doch hou je ook letterlijk zeker niet op een „afstand". Tracht deze knapen te begrijpen, hun belangstellingssfeer te benaderen, verplaats je even helemaal op hun niveau en probeer dan het geval heel geleidelijk en zoetjesaan omhoog te vijzelen. Zoals reeds gézegd kunnen zowel een gezellig leesboekje, met spannende lectuur, als

een filmpje of een kaartspel dienst doen als attracties. Het is lang niet zeker, dat ge geregeld alle jongens – die als gegadigden kunnen worden aangemerkt – inde Sociëteit krijgt, maar het is wel zaak aantekening te houden van de bezoekers. Daarnaast zult ge moeten komen

tot een volledige registratie van alle jongens inde parochie zodat ge kunt zien wat bereikt wordt en wie eventueel in aanmerking komen voor extra belangstelling. Nauw contact met de parochiële scholen en het registratiestysteem van de K.A. inde parochie is noodzakelijk. Dikwijls zult ge voor moeilijkheden staan; zo kan gemakkelij-k de „orde" wel eens in gedrang komen, door de uitklaterende levenslust dezer vaak ongedisciplineerde boys. Zelfs is het heelemaal niet ondenkbaar, dat deze of gene „Societeits-man” zijn vingers niet kan thuis houden en geen verschil weet tussen „mijn en dijn”, Denk even aan de ervaringen van Don Bosco met zijn „Beregini” Maar'het werk van Don Bosco is voor ons het treffendste voorbeeld. Lees eens na, wat deze grote Jeugdheilige heeft bereikt met den „Massa-jongen”. Mocht u geneigd zijnde opmerking te maken: „Maar dat was een heilige”... dan ken ik maar één passend antwoord; „Best, dat is zo, dus zorg, dat jij het ook bent.” A.

Sociale opleiding betekent dé jeugd vormen tot solidair lidmaatschap van de hele maatschappij: Uit: (Handhaaf en Bouw).

13