Allereerst moeten we vaststellen dat routeschets vaak verward wordt met een „ruwe schets” om iemand de weg1 te wijzen of uitte leggen waar we geweest zijn. Een ruwe schets is n.l. een soort (min of meer slordig1) geïmproviseerd kaartje, zonder schaal, zonder kompas, enz. uit het hoofd geschetst. De routeschets is iets totaal anders. het is een gecomprimeerde notitie van alle gegevens vaneen gevolgde weg, met zuivere richtingen, afstanden en /of tijden, soort terrein, omgeving, weerwaarnemingen, natuurobservaties, enz. enz., Systematisch vastgelegd, zó, dat we uit deze gegevens zowèl een uitvoerig zwerftochtverslag kunnen putten, alsook een echte kaart, op min of meer nauwkeurige schaal, kunnen tekenen. Als we uitgaan op een zwerftocht en deze vast willen leggen ineen routeschets, moeten we beschikken overeen goed kompas, bij voorkeur een z.g. vizierkompas, een horloge, en verder een langwerpig stuk papier op een stevige onderlaag (blocnote of karton) en niet te zacht potlood. De langwerpige strook papier is als het ware de weg die we gaan afleggen. met omgeving, en omdat wede weg vóór ons zien, beginnen we onderaan. De weg zelf wordt vertegenwoordigd d00r,2 rechte lijnen, ongeveer 2 cm. van elkaar, verticaal getrokken (inde lengte van het papier), links daarvan nog een kolom 34 è, 1 cm. breed voor de richtingen. Alles rechts van die lijn is rechts van onze weg en links net zo. Inplaats van de bochten en kronkels, schrijven wede kompasrichting op en de zijwegen teke-

De Routeschets

ali fundament root het yuetftochtuetilatf en het kaatttekenen

nen we meestal rechthoekig: op onze weg' (behalve als jer meerdere tegelijk zijn) dan komen ze waaiervormig: inde volgorde waarin we ze zien, met de juiste richtingen erbij genoteerd.) Bij het maken van de routeschets moeten wij allereérst onze ~spelregels” vaststellen. leder kan het op zijn manier doen, als die manier maar logisch is en strak wordt volgehouden. Zo kunnen we b.v. ~afspreken”, dat we bij elke richtingverandering een stippellijn dwars over „weg” tekenen, waarbij tijd en nieuwe kompasrichting genoteerd worden. Verlaten we daarentegen ons pad en slaan een zijweg in, dan zetten we een volle streep, daarbij dan meteen de weg die we verlaten hebben en die dus nu een zijweg wordt, als zodanig aangevend, Het kan ook gebeuren, dat op een stuk weg plotseling iets te zien is, dat we graag willen aan tekenen. De weg verandert niet van richting, er komt dus géén stippellijn over onze weg, maar we schijven de tijd op, of het aantal passen tot dat punt en links of rechts wordt dus het geziene (b.v. een molen, of een bijzondere plant of vogel) aangetekend. Het gebruik van enkele ~kaarttekens” (stafkaart, aangevuld met enige van betrekkejlljk eigen vinding, omdat onze schaal zo groot is, dat we nog méér bij zonder lieden noteren, die bij de gewone kaarttekens niet voorkomen) is wel aan te bevelen. Ze zijn overzichtelijker dan bijgeschreven verhalen (die we hier en daar tóch zullen moeten bezigen voor allerlei dingen, die we gezien of gehoord hebben of die verder de moeite waard waren voor het verslag.

De getallen inde richtingkolom en bij de zi/wegen, zijn die van het Silva legerkompas met spiegel. De roos is verdeeld in 360°, tellende van N. over O-Z-W-N.

4