neming uitgekozen. Bij het omtrekken van de Mammouth valt direct het zeer duidelijke couloir in de Westgraat op. Hierin gingen we snel omhoog, ook verder leverde de warme rots van de graat geen ernstige moeilijkheden op. Het weer sloeg op de terugweg om in regen, sneeuw en mist; de westwand biedt echter goede mogelijkheden om af te dalen. Een week later deden we dezelfde tocht weer met een geheel ander gezelschap. Het bovengenoemde couloir was toen wegens het ijs werkelijk moeilijk te noemen, de graat hier en daar beslist niet leuk meer. Samenstelling en ervaring van het gezelschap noopten ons

tot afdalen, rechtstreeks van de westgraat af. Na wat gezig-zag eindigde dit alleszins bevredigende avontuur met een mooi rappel tot op de „begane” grond. Een goed volbrachte „mislukte” tocht kan soms de beste herinnering achterlaten.

Heerlijk lummelden we de volgende dag met rekkende armgebaren en half losse kleren rond de hut in een ongekende zonneweelde. Drie leden van het gezelschap zakten af naar Zinal, de drie anderen daalden om 5 uur de morainewal af naar de Rothorngletscher. Een eenvoudige, regelmatig stijgende wandeling op weg naar het Ober Rotbom joch liet ruimte te genieten van de zonsopgang. Het laatste stuk naar het joch over steile harde sneeuw en wat verijsde rots deed ons de stijgijzers aantrekken.

Besso

Opname

H. Nleuwenhuyzen

Ach, die Rothorngraat is zo overbekend, deze meest geliefde klauterroute vanuit Zermatt, zo vaak beschreven, maar toch zonder gids een groot en waar genoegen. Zo nu en dan ga je wel eens verkeerd om een gendarme heen, maar alles lost zich vloeiend op.

Een gids met een meer zwemmende dan klimmende cliënt haalde ons in en daar hij geen gildebroeder in ons cordée aantrof zei hij : „J’ai peur que vous n’arriviez jamais”. Daar ik me dergelijke vriendelijkheden herinnerde van enkele jaren geleden op de Matterhorn, leek me hardhorendheid in deze omstandigheden het beste. Auke

Bloembergen gaf een prima nummertje Frans weg door te zeggen; „Doucement, Jean, nous ne sommes pas pressés”. Verderging het weer heuveltje op, heuveltje af, tot we in de „Gabel” stonden waar de normale weg op de graat uitkomt. Na de Bienerplatte overgestoken te zijn ontmoetten we vlak onder de top onze vriend weer; hij was beslist teleurgesteld dat we langs de Noordgraat wilden afzakken.

De top was een verrukking, wat hoge bewolking en alles verder vertrouwd cm cns heen. Hans Kuypers eet dan altijd Sanovit voor mij is zo’n tocht eigenlijk „Sanovit” genoeg. Auke zat te dutten en ik te suffen.

Een zeer smal en glad sneeuwbandje voerde ons naar het eerste obstakel, de Besso. Toen ik m’n hoofd er over heen