er dus alle hutten in Zwitserland, Oostenrij, Italië (van de Ortlergroep oostwaarts) Duitsland en Joegoslavië in. Voorts de berghotels, privé-hutten e.d. in al deze gebieden (behalve Zwitserland).
Een vluchtige telling op een regenacbtige autoloze zondag leerde ons, dat de lijsten in totaal ongeveer 1750 namen vermelden; aardig is bet ook zich te realiseren, dat de K.N.A.V.-lidmaatschapskaart thans reductie biedt in ongeveer 570 van de 850 berghutten.
Het boekje bevat voorts o.m. de namen en woonplaatsen der Oostenrijkse berggidsen.
Voor belangstellenden zij vermeld, dat zij dit ~Taschenbuch” bij onze administratie kunnen bestellen. De prijs bedraagt ongeveer ƒ 1.— per stuk.
Alpenvereinsführer Kaisergebirge.
Dr. G. Leuchs en Franz Nieberl.
Bergverlag Rudolf Rother,
München; 5e druk 1956. ƒ 8,40.
In „De Berggids” van november 1955 besprak ik de „Kleiner Kaiserführer” van F. Schmitt; bij die gelegenheid wees ik er al op, dat het ~kleine” gidsje niet de pretentie van volledigheid heeft. Het boekje, dat thans voor mij ligt, past weer geheel in het kader van de „Alpenvereinsführer” en behandelt deze interessante groep met de bekende grondigheid. Dat kon, wanneer men de namen der schrijvers ziet, ook moeilijk anders worden verwacht: wie zouden meer dan Leuchs en Nieberl bevoegd moeten worden geacht om juist dit deeltje te schrijven?
Het algemene deel bevat o.m. een zeer duidelijke beschrijving van het gebied, waarbij reeds op de grote steilheid der wanden wordt gewezen (variërend van 50° tot loodrecht!), alsmede op de hoogte van die wanden (er zijn er van 600 meter, maar ook van 1000 meter).
Ook de paragraaf over de geologie is in al zijn kortheid zeer interessant.
Zoals in deze serie gebruikelijk is, volgt dan de beschrijving der dorpen (waarbij korte wandelingen worden aangeduid), der delen (met de wegen die daar zijn gebaand) en van de hutten en hun toegangswegen (9 hutten).
En dan komt de hoofdschotel: de top-
pen. Eerst gaat bet kalmpjes-aan, want er wordt begonnen met de noordelijke keten, de Zabmer Kaiser; overigens vindt men daar al bet een en ander voor fijnproevers: Naunspitze-Nordwand, Kaiserzinne.
De Wilder Kaiser biedt wel alles wat een klauteraar zich kan wensen. Het is ondoenlijk bier alles op te sommen, zodat we volstaan met er op te wijzen dat er routes 4e graad, 5e graad en 6e graad legio zijn.
Uitstekende foto’s met daarop aangegeven routes verduidelijken de tekst. Üm de grondigheid van behandeling te schetsen: alleen al de beroemde Totenkirchl vergt 30 bladzijden!
Kortom: wie in de Wilder Kaiser wil klauteren, kan dit boekje niet missen!
H. G. E.
Huttenlijst.
Aan de onlangs verstrekte huttenlijst kunnen de volgende namen worden toegevoegd:
rubriek 20:
Holzknechthütte (1645 m.), Rax rubriek 22:
Hochterneckhütte (1000 m.), im Klauswald.
rubriek 23:
Unterberghaus (1170 m.) rubriek 24:
Schöpflhaus (890 m.), am Schöpfl. rubriek 45:
Vondobonahaus (1718 m.), Radstadter Tauern.
Al deze hutten zijn eigendom van de Ge. T. K.
BERICHT
Banden voor ~De Berggids”, van linnen, met titel op rug en plat, zullen verkrijgbaar gesteld worden tegen de prijs van ƒ 2,25 per stuk, mits hiervoor belangstelling bestaat. Zouden directe of toekomstige afnemers van banden even van hun belangstelling willen doen blijken door een kaartje naar de administratie van de K.N.A.V. te sturen?