Excerpta Alpina 1957

De grote achterstand die in deze rubriek is ontstaan, noopt ditmaal tot een enigszins gewijzigde opzet. Voornamelijk is aandacht besteed aan nieuwe tochten, zowel in als buiten Europa; voor ons nauwelijks van belang zijnde gebieden als Tatra, Turkije, Sahara, zijn daarbij buiten beschouwing gelaten.

„Die Alpen” (S.A.C.) is van maandblad kwartaalschrift geworden, wat de inbond zeer ten goede is gekomen. De illustraties zijn even superieur als voorheen!

Opmerkelijk is bij vergelijking der verschillende tijdschriften, hoe menig bericht een volledige rondgang maakt. Aan de andere kant heerst zelfs t.a.v. vele Alpenroutes geen eenstemmigheid over eerste beklimmingen; voor een onbekend gebied als de Himalaya is dat begrijpelijk; een voorbeeld is de onenigheid tussen de Oostenrijkse Gasherbrum-expeditie en Prof. Dyrenfurth over de vraag of de door de eerste in 1956 beklommen „Austria Peak” dezelfde is als de door Dyrenfurth’s I.H.E. in 1934 bestegen Sia Kangri; voor de Alpen is het echter wel merkwaardig. Zo ziet men dan menige gewaande eerste beklimming in een volgend nummer als zondanig verdwijnen. Afkortingen;

A: Die Alpen (SAC)

M: La Montagne (CAF) RM: Rivista Mensile (CAI)

ÖAZ: Oesterr. Alpen Zeitung (ÖAK)

HIMALAYA

Bij de „resterende” achtduizenders heerste dit jaar meer rust dan in ’t uiterst succesvolle jaar 1956, dat eerste beklimmingen bracht van de Gasherbrum II (8047 m. Oostenrijkers); de Manaslu (8125 m. Japanners) en de Lhotse (8510 m, Zwitsers); twee beklimmingen van de Everest (23 en 24 mei, Zwitsers) benevens twee beklimmingen over verschillende routes van de uiterst moeilijke Muztagh Toren (7273 m, Frans en Engels).

Dit jaar viel als enige achtduizender de Broad Peak (8047 m), die op 9 juni werd beklommen door vier Oostenrijkers o.w.

Buhl, die korte tijd later zou omkomen bij de beklimmingspoging van een andere top. De Broad Peak, die zonder dragers, zonder zuurstof en met slechts drie kampen bereikt werd, schijnt zeer zwaar geweest te zijn.

In het algemeen bevat de Himalayaliteratuur van 1957 voornamelijk de uitgewerkte verslagen over de expedities van 1956 of nog eerder b.v.:

Lhotse, 18-5-1956 beklommen door het 500 m hoge W-wand couloir (M 57/1, ÖAZ 57/1-2 het verhaal van de eerste beklimmer Reiss A 57/1).

Rakaposhi, zonder succes belaagd door een Engels-Amerikaanse expeditie (M -57/1).

Muztagh Toren, door de Engelsen als eersten beklommen over de WNW-graat, waarbij de eerste cordée de W-top, de tweede ook nog de 0-top bereikte; vervolgens door de Fransen met vier kampen en meer dan 1000 m vaste touwen over de nog veel moeilijker ZO-graat tot de 0-top.

Daarnaast blijkt nog uit talloze berichten b.v. over de Duitse Nepalexpeditie 1955, die o.m. de meer dan 7000 m hoge Anapurna IV beklom; over de Duits—Zwitserse Dhaulagiri-expeditie 1955 die 31 toppen tussen 5500 en 7000 m besteeg dat het aantal beklommen toppen jaarlijks met enige tientallen toeneemt. Hoewel het aantal onbestegen toppen voorlopig nog wel vele malen groter zal zijn, is toch blijkens de beklimmingen van de Everest en Muztagh Toren het tijdperk der herhalingen en verschillende routes aangebroken.

Voor 1958 staat o.m. een Zwitserse Dhaulagiri-expeditie op het programma, die de vijfde zal zijn naar deze berg, die door het ontbreken van een naar de Indische laagvlakte gekeerd „schild” van zevenduizenders bijzonder veel neerslag schijnt te ontvangen. In ~Die Alpen” voorspelt Dyrenfurth, dat ingeval deze expeditie succes heeft, de ~knevelvoorschriften” der Nepalese regering (zo mag zonder toestemming geen foto het land