plaats maken voor de middeneuropese flora, tot in Valais plotseling een aantal van die soorten weer verschijnen.

Dat van de toch betrekkelijk nabije mediterrane vegetatie, ook al is er dus een groot hiaat, in Valais resten zijn overgebleven door het gunstige klimaat, is nog niet zo bevreemdend. Veel merkwaardiger is het met de steppevegetatie, waarbij zich zelfs voegen resten van een halfwoestijnvegetatie. Deze steppevegetatie is na de ijstijd van het Noordoosten in het alpengebied gekomen en ook deze vegetatie heeft in Valais omstandigheden gevonden, waardoor zij zich heeft kunnen handhaven. In Valais hebben deze steppeplanten, die nu hun eigenlijke areaal hebben in Zuid Rusland en Centraal Azië, zich gemengd met soorten van het verwante vegetatietype, de mediterrane bergsteppe en met de resten van de mediterrane garigue.

Stipa capillata, helling bij Sierre

Bij deze steppeplanten treden een aantal grassoorten met smalle spichtige bladeren op de voorgrond, zoals Stipa pennata en capillata.

Festuca caleesiaca, Koeleria vallesiaca, die be geleid worden door een aantal andere steppeplanten zoals Adonis vernalis, Potentilla arenaria. Merkwaardig hierbij is, dat een grassoort als Festuca vallesiaca, die, zoals uit de naam blijkt, oorspronkelijk uit Valais werd beschreven, in Valais eigenlijk slechts een ver vooruit geschoven voorpost is en in feite tot één van de kenmerkende soorten behoort van het uitgestrekte Z.O. Russisch-Aziatische steppegebied. Zelfs in de prairie (vegetatievorm verwant aan de steppe) van N. Amerika komt deze Vallesische Festuca voor.

Haast nog merkwaardiger is het voorkomen van enkele halfwoestijnplanten. Zuidelijk van het Russisch-Aziatische steppegebied komt een nog droger en daarmee spaarzamer begroeid gebied, voor de typische halfwoestijn met vnl. lage struikvormige, sterk tegen droogte bestendige planten. In Valais vindt men soms gehele hellingen, die grijs zien door de dichte begroeiing met een dergelijke halfwoestijnplant, nl. Artemisia vallesiaca. Het grijze uiterlijk van deze absinth komt door de zilverachtige beharing. Dezelfde soort vinden we in de genoemde halfwoestijn. Ook Ephedra distachya subspec. helvetica behoort tot deze halfwoestijnplanten. In Zwitserland komt deze Ephedra alleen in Valais voor. Ephedra is een interessante plant, die behoort tot een weinige families en genera bevattende hoofdafdeling van het plantenrijk: de Chlamydospermen (Mantelzadigen), die ongeveer het midden houdt tussen de Gymnospermen en de Angiospermen, zonder nauw verwant te zijn met één van deze beide afdelingen. Ephedra is een typische droogteplant met praktisch niet ontwikkelde bladeren en met lange dunne groene twijgen (roedeplanten) die de functie van de bladeren hebben overgenomen.

Hoewel er nog veel meer te vertellen zou zijn over de plantengroei van de heuvel- of kultuurgordel van Valais, eindigen we de bespreking hiervan met het noemen van enkele zuidelijke cultuurplanten, die in Valais verwilderd zijn en daar uitstekend gedijen, nl. de amandel, de granaatappel, de vijg, Opuntia en Rhus cotinus, de pruikenboom.

Boven de heuvelgordel komt in het alpengebied de loofbosgordel of montane gordel, die in het algemeen gaat tot ca. 1000 m, maar in Valais natuurlijk hoger komt. In Valais is deze