Bos van Pinas cembra, de arve. Aletschwald met Aletschgletscher

gordel heel weinig ontwikkeld, al komen op enkele plaatsen bossen van Beuk en Tamme Kastanje voor, zoals in de omgeving van Martigny. Veel meer vindt men deze gordel in Valais, in plaats van dit loofbos het steppebos van Pinus silvestris, dat elders in Zwitserland nauwelijks voorkomt. Ook in dit steppebos vindt men een ondergroei van zuidelijke soorten.

De derde gordel is de naaldbosgordel of subalpine gordel, die zich uitstrekt tot de boomgrens, welke al naar de plaatselijke omstandigheden kan gaan van 1700-2400 m. In Valais kan dit een bos zijn van Picea (spar) of van Larix (lork), Pinus montana (bergden) en Pinus cembra (arve) met een rijke ondergroei, waarin een aantal interessante planten zoals het fraaie Linnaeusklokje (Linnaea borealis). Ook hier weer vaak gemengd met mediterrane en steppeplanten.

Boven de boomgrens krijgen we dan de alpenweidegordel of alpine gordel. Deze alpine regio is in Valais bijzonder rijk aan soorten. Wij zien in Valais in deze alpine zone een

toename in soortenaantal van west naar oost, om tenslotte de rijkste ontwikkeling te krijgen onmiddellijk boven Zermatt op de Noordhelling van de Monte Rosa.

Het is ondoenlijk om ook maar de belangrijkste soorten op te noemen. Volstaan moge worden met te vermelden, dat er een opvallend groot aantal endemen (soorten, die alleen in Valais voorkomen) bij zijn. Zeer merkwaardig is ook het nog voorkomen van enkele steppeplanten in deze alpine gordel. Men vindt ze dan natuurlijk op de droge zonnige plaatsen. De hoogste vindplaatsen van deze steppeplanten worden gevonden tot boven de Gornergletsjer.

Tot besluit van dit korte overzicht van de unieke plantengroei van Valais nogmaals een citaat uit het werk van Christ: „Ni la zóne insubrienne, ni aucune autre contrée de notre pays ne possède des plantes endémiques croissant en si grand nombre. Le Valais acquiert par la I’importance d’un foyer de création”. Utrecht, november 1958

/. Lanjouw