blok. In het „Kamin”, dat de afsluiting vormt van de bestijging, blijft het laatste gevoel van mijn vingers op de rotsen achter. Maar na deze tocht brengt de weldadige en zeer langdurige „Gipfelrast” op de hoogsre top van Zwitserland mij weer geheel in het gareel. De zon doet alle wolken verdwijnen. Een groots panorama toont zich tot in de wijde omtrek. Vooral de Lyskamm, met zijn lange graten en zijn dreigende noordwand, boezemt nu ontzag in. Wanneer we afdalen is de wind gaan liggen; dit maakt de klauterij in uitstekende rots over de graat naar de Grenzgipfel en vervolgens naar het Grenzsattel (4452 m) tot een onbezorgd genoegen. Aan de andere kant van het joch voert een matig steile sneeuwgraat, halverwege onderbroken door een verijsde rotsband, naar de top van de Zumsteinspitze (4563 m). Daar, behaaglijk in de zon gezeten, slaan we met enig leedvermaak en grote vreze de verrichtingen van de partij vóór ons gade. Zij zijn afgedaald in een enorme „Mulde”, de Colle Gnifetti (4454 m) en staan nu voor het laatste stuk naar de hut. Heel langzaam gaan ze voort. Twee figuurtjes tegen een blinkend witte helling. De lucht in deze gletsjerketel is bijna zwoel; de zon schijnt fel en onbarmhartig. Hun ritme, nodig voor sukses op zo’n grote hoogte, hebben ze verloren. Ze staan weer stil, en het meisje laat zich in de sneeuw ploffen. Wat later gaan ze weer verder; even lopen ze vrij snel, maar dan is de kracht gebroken en het meisje steunt zwaar voorover op haar pickel. Zestig meter hoger slechts staat de Capanne Margherita, op de top van de Signalkuppe (4556 m). Zij zullen er nog een half uur over doen .... Even na hen stappen ook wij, moe doch voldaan, deze tophut binnen.

M-attethofn vanaf Wcllenkuppe. opn. H. Mkhielsen

De kilte der avond brengt een dikke mist. Maar ’s nachts is de hemel weer open getrokken; een prille ochtend lacht ons toe, als we op het Lysjoch (4207 m) staan. Het is half zeven. Een Italiaanse cordée, van de capanne Gnifetti gekomen, heeft het eerste steile stuk van de Lyskamm-Ostgrat bijna achter de rug en het wordt al beschenen door nog roze zonnestralen. Wij volgen hen weldra. Enorme „Wachten” dwingen af en toe op eerbiedige afstand van de graat te blijven; ze maakten reeds zovele slachtoffers. De sneeuwcondities zijn boven verwachting; zij maken het ons mogelijk in slechts één uur de Oosttop (4527 m) te bereiken, het

hoogste punt in deze travesering die zonder twijfel behoort tot één der mooiste graattouren van de Alpen. Deze kwalificatie verdient zij vooral vanwege het sublieme uitzicht naar alle kanten, waarvan men vrijelijk kan genieten zonder volledig opgeëist te worden door de moeilijkheden. De charmante en „luchtige” verbindingsgraat tussen Oost- en Westtop, die meer dan 1 km van elkaar verwijderd zijn, is soms messcherp. Naar beide zijden gunnen de steile wanden ons een indrukwekkende „Tiefblick” op de Grenz- en Lysgletsjer. Om half negen staan we op de Westtop (4480 m). De afdaling voltrekt zich zonder oponthoud; drie uur na her verlaten van het Lysjoch veel eerder dan verwacht is het Eelikjoch (4061 m) bereikt. Dit brengt ons schema danig in de war en om de tijd toch goed te gebruiken wandelen we in 50 minuten over de Castor naar het Zwillingsjoch. Daar zorgt een copieus twaalfuurtje voor het stillen van de honger; we kunnen echter niet nalaten tenslotte nog de Pollux te bestijgen, ergens in de zuidflank langs een „route Micbielsen”, die zoals meestal, nogal veel tijd vergt. Het was 1 uur; wat nu? Enigszins schuw blik ik in de Schwarzegletsjer; hij komt mij